Kerstverhaal 2017
Onderstaand Kerstverhaal gaat over Aron Meijer, een fictief persoon.
Beste mensen,
Mijn naam is Aron Meijer. Jullie kennen me niet, ik ben al een hele tijd geleden met mijn familie verhuisd naar Tel Aviv in Israel. Jullie vragen je misschien af wat ik hier kom doen… Ik wil jullie graag een verhaal vertellen, wat mij is overkomen, of beter gezegd , wat een van mijn voorvaderen is overkomen.
Het is nu een paar weken geleden dat ik in het huis van mijn overgrootvader was. Het huis is al een tijd onbewoond, ik heb er een plaatje van… Het was van mijn overgrootvader Simon; hij woonde in Tel Aviv. Zoals je ziet ging het hem niet slecht…Maar een aantal jaren geleden is hij overleden, op de mooie leeftijd van 88 jaar. En niemand wilde in dat grote huis wonen, dus het stond al een poosje leeg.
Nou was er een poosje geleden iemand erg geïnteresseerd in het huis, dus het moest opgeruimd worden. En ik heb wel wat tijd, dus ik ben daarmee bezig geweest. Meubilair verkopen, Boeken uitzoeken enzovoorts.
Mijn overgrootvader had ook een kluis en het heeft heel wat moeite gekost voor we die open hadden. .Voordat we die sleutel gevonden hadden in dat enorme huis…
Eigenlijk hoopte ik dat daar nog een berg geld in zou zitten, maar helaas, er kwamen alleen twee papieren uit… Eigenlijk wilde ik ze weggooien, maar ze zagen er toch wel oud uit. Misschien was het dan toch wel wat waard. Ik ben er uiteindelijk mee bij de universiteit terecht gekomen en die hebben het voor me vertaald… En ze wilden het graag houden, vandaar dat ik alleen maar wat foto’s heb…
Een hele inleiding, maar dat is om jullie duidelijk te maken hoe ik aan dit verhaal ben gekomen…
Ik zal jullie nu voorlezen wat er op de papieren staat. Het is geschreven aan het begin van de jaartelling door een man die waarschijnlijk een van mijn voorouders is, daarom hechtte mijn overgrootvader zoveel aan die papieren.
We maken ons nu toch wel veel zorgen over onze vader, Simeon. Hij gaat elke dag naar de tempel, want hij zegt dat hij daar de Messias gaat ontmoeten. De Messias! Daar wachten we nu al honderden jaren op, die komt echt niet meer. De Romeinen zijn de baas in ons land en dat zal wel eeuwig zo blijven. En als ze weggaan komt er wel weer een ander land, misschien Egypte of Perzië.. De Messias? Echt niet…
Maar vader Simeon gaat trouw elke dag naar de tempel. De man is al 90, hij is wat doof, loopt niet zo best meer en ziet ook niet meer zo best. Ik vind het maar griezelig, want er is ook veel vreemd volk in de stad. Dus ik ga maar met hem mee, want ik wil niet dat het misgaat.
Elke dag naar de tempel. En dan bidt hij voor ons land. Dat is wel mooi natuurlijk. Maar ja, hij gaat gewoon midden in de tempel staan en bidt dan met luide stem. Hmm, dan schaam ik me wel eens een beetje hoor. En hij bidt dat de Messias maar snel mag komen, omdat God dat aan hem beloofd heeft… En hij dankt God dat hij nog de Messias zal zien, de redder. Ik zie de mensen naar hem kijken, een beetje schamper lachend. Er is al eens een priester naar hem toe gegaan om met hem te praten. Maar hij weet van geen ophouden. Ik vind het best wel vervelend dat hij zichzelf zo voor gek zet. Ik ik geneer me eerlijk gezegd ook wel een beetje…
Laatst heb ik eens aan hem gevraagd waarom hij dat nog steeds doet. En waarom hij gelooft dat hij de Messias zal zien. Weet je wat hij zei? Hij zei dat de heilige Geest hem dat had laten zien.. Jaja…. Ik vroeg hem hoe dat was gegaan. En hoezo heilige geest?
Hij zei dat God dat in zijn gedachten had gelegd toen hij voor de Messias aan het bidden was; een soort antwoord van God… Ik dacht natuurlijk dat hij dat gedroomd had of zoiets, maar dat zeg je natuurlijk niet. Maar mijn vader Simeon houdt dat maar vol.
De laatste dagen was mijn vader nogal onrustig. Ik dacht dat het misschien kwam omdat het druk is in de stad door de volkstelling die gedaan moet worden. Iedereen moet naar de plaats waar zijn voorouders vandaan komen om zich daar te laten inschrijven, weer zo’n gedoe door die vreselijke Romeinen… Dus toen ik er naar vroeg zei hij dat hij zeker wist dat de Messias nu heel snel geboren zou worden. We krijgen dat maar niet uit zijn hoofd. Hij gaat nu elke morgen heel vroeg naar de tempel en komt pas ’s avonds terug. ’s Morgens gaat hij vol enthousiasme en ik hoor hem dan fluisteren: Misschien gaat het vandaag toch gebeuren…. ’s Avonds komt hij dan terug. Teleurgesteld? Helemaal niet. Dan gebeurt het morgen of overmorgen wel, zegt hij dan. God heeft het toch aan mij beloofd? Ik zal de Messias zien voordat ik sterf…
En toen kwamen er allerlei geruchten in de stad. Er scheen een groepje herders te zijn die iets heel wonderlijks hadden meegemaakt. Ze waren in het veld bij Efrata geweest, vlak bij Bethlehem en daar hadden ze ’s nachts engelen gezien. Nou, de herders die ik ken, dat zijn van die lui die hem wel goed kunnen raken, als je begrijpt wat ik bedoel. Waarschijnlijk hadden ze hun loon gehad en dat lekker opgedronken. Een heel legert van engelen zouden ze hebben gezien, midden in de nacht. En die hadden dan gezongen, het was prachtig geweest. Ere zij God… Het was begonnen met één engel en die had gezegd:
Wees niet bang,’ want ik breng u het mooiste nieuws dat u ooit hebt gehoord. Het is groot nieuws voor het hele volk. Vandaag is in Bethlehem de Redder geboren: Christus, de Here. Ik zal u vertellen hoe u Hem kunt herkennen: het kind ligt in doeken gewikkeld in een voerbak.
Ze zouden daarna op zoek zijn gegaan en in een stal in Bethlehem een stelletje hebben gevonden die net een kind had gekregen.
Mijn vader werd er helemaal blij van. Zie je wel, zei hij, het is echt gebeurd! Maar ik geloof er niets van, de messias wordt toch niet in een stal geboren! Dat kan hem nooit zijn…
Wat moet ik daar nou mee?
Is dat mijn verhaal? Nee, zeker niet!
Ik ben daarna maar steeds met mijn vader meegegaan als hij naar de tempel ging. Want je weet maar nooit wat zo’n oude man die het een beetje in de bol heeft gaat doen. Hij was er zo vol van… Gisteren ging ik maar weer met hem mee. En ik was blij dat ik dat deed. We waren een poosje in de tempel. Hij weer bidden voor de Messias, tenminste eigenlijk als ik goed luisterde hoorde ik hem danken dat de Messias geboren was. Hoe wist hij dat nou? Ik dacht nog: Het zal wel….
En toen kwam er een jong echtpaar aan met een kindje. Ik keek naar mijn vader en ik wist niet wat ik zag. Zijn ogen gingen glanzen, hij kreeg een hele grote glimlach, zijn oude gezicht begon helemaal te stralen. Hij liep op die mensen toe, volgens mij kende hij ze helemaal niet. Hij zei die mensen gedag, ze stelden zich voor als Maria en Jozef. Hij vroeg of hij het kindje even mocht vasthouden, het was nog een heel klein baby’tje misschien een week oud… Hij pakte het kindje heel voorzichtig aan en zei toen:
Nu laat u, Here, uw dienstknecht gaan in vrede, zoals u heeft beloofd, want mijn ogen hebben het heil gezien, dat u heeft bereid voor alle volken: Licht tot openbaring voor alle volken en heerlijkheid voor uw volk Israël.
En ik voelde dat hij geloofde dat dat kleine kindje de Messias is. Sterker nog, ik geloofde dat direct ook. Was het zo’n bijzonder kind? Nou nee, een gewone baby. Maar als je in zijn ogen keek, hij keek je direct aan. Alsof hij door je heen kon kijken. En je ervoer dat het toch iets heel bijzonders was, alsof die kleine baby door een enorme kracht beschermd werd. En daarna begon vader Simeon iets te zeggen tegen de vrouw, tegen Maria: Hij zei dat het bevoorrechte mensen waren.
En toen zei hij dat er een zwaard door de ziel van de moeder zou gaan. Want velen in Israël zullen zich aan dit kind ergeren, tot hun eigen ongeluk. Maar vele anderen zal Hij de grootste vreugde geven. Hij zal de diepste gedachten van de mensen aan het licht brengen.
Ik hoorde hoe Maria vertelde dat hun zoon een week ervoor in een stal was geboren in Bethlehem. En ik dacht meteen aan het verhaal van de herders. Zou het dan toch waar zijn? Maria vertelde ook hoe ze bezoek van de engel had gehad… alweer een engel… En hoe die haar had verteld dat ze zwanger zou worden, niet van een man maar van de heilige geest.
Ik moet je eerlijk zeggen… daar geloofde ik niets van hoor… Ik vond het allemaal maar heel verwarrend.
Op de terugweg naar huis was mijn vader zo blij! Tegen iedereen die hij tegenkwam riep hij: “De Messias is geboren! Nu wordt alles anders!” En iedereen keek hem aan met een gezicht van: die is gek! Maar mijn vader trok zich er niets van aan, hij was als een kind zo blij!
Mijn vader zei tegen mij: Je hebt iets heel bijzonders meegemaakt. Want het klopt precies. De oude profeet Micha heeft ons verteld: 1Bethlehem in Efrata, u bent een van de kleinste steden in Juda, maar toch zult u de geboorteplaats zijn van onze koning van wie de oorsprong in lang vervlogen tijden ligt. 2God zal zijn volk prijsgeven aan hun vijanden, maar alleen totdat zij die zwanger is een kind ter wereld heeft gebracht. Zie je wel? Dit kind is in Bethlehem geboren. Het klopt precies! En wat Maria vertelde over de engel? Dat staat precies zo in Jesaja! In het 7e hoofdstuk staat: Goed dan, de Here zal Zelf een teken vaststellen: een maagd zal een kind krijgen en zij zal het kind Immanuël noemen (dit betekent “God is met ons”).
Ik weet het zeker, hier hebben we op gewacht! Jesaja noemt dit kind ook Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst. Je weet nog niet half wat er met dit kind gaat gebeuren!
Kort daarna is mijn vader overleden. Met een glimlach op zijn gezicht. Dat was zo bijzonder…
Ik heb er later nog vaak over nagedacht. Over wat mijn vader over het kindje heeft gezegd: mijn ogen hebben het heil gezien, dat u heeft bereid voor alle volken: Licht tot openbaring voor alle volken en heerlijkheid voor uw volk Israël.
En wat hij tegen de moeder heeft gezegd: er zou een zwaard door haar ziel gaan. Want velen in Israël zullen zich aan dit kind ergeren, tot hun eigen ongeluk. Maar vele anderen zal Hij de grootste vreugde geven. Hij zal de diepste gedachten van de mensen aan het licht brengen. Ik heb daarna nog heel veel hierover nagedacht. Ik heb nooit gedacht dat de Messias een baby’tje zou zijn, een moeder zou hebben. Nooit bij stil gestaan… En ik dacht dat de Messias ons volk zou bevrijden van de Romeinen. Maar nu hoor ik van mijn vader dat het om iets heel anders gaat. Hij zal de diepste gedachten van de mensen aan het licht brengen… Dus hij gaat zich niet bezig houden met de uiterlijke dingen, maar juist met het innerlijk. En als ik daar over nadenk ga ik het helemaal begrijpen…. Want als de gedachten van mensen veranderen, goed worden, als ze open willen staan voor elkaar, elkaar beter proberen te begrijpen, verandert er veel meer in de wereld dan wanneer de Romeinen verslagen worden. De Messias (hij heet trouwens Jezus Christus) gaat er dus voor zorgen dat de gedachten van de mensen geheeld worden, genezen worden.
Dat was de brief die ik heb gevonden. En dat wilde ik jullie graag vertellen…
Oh ja, er was nog een los briefje bij, ook geschreven door dezelfde man, maar nu in een heel bibberig handschrift.
Het is nu 33 jaar later. Ik heb Jezus gezien, Hij is het echt, de Messias. Hij heeft gepraat over zijn Vader in de hemel. Maar hij genas mensen en wilde er niet voor hebben. Die blinde man uit onze straat, Bartimeus, is genezen. Hij kan weer zien. En neef Levi uit Kapernaum, die melaats was is door hem genezen. Hij is echt de Messias.
En dan gaat het verder, bijna onleesbaar…
Vandaag hebben ze hem gekruisigd. Hoe kan dat nou? Hoe kunnen ze de Messias nou doodmaken, Hij bracht ons zoveel goeds…
En op de achterkant staat in hoofdletters:
Jezus is opgestaan Hij is echt de Messias!